Keer u een belastingvrij dividend uit van € 640

Natuurlijke personen kunnen vanaf inkomstenjaar 2018 € 640 aan dividendinkomsten vrijstellen van roerende voorheffing en hierdoor (maximaal) € 192 besparen.

De ontvanger van het dividend zal eerst wel de 30 % roerende voorheffing betalen op de ontvangen dividenden. Het is pas via de aangifte in de personenbelasting (in te dienen in juni 2019) dat de 30 % ingehouden roerende voorheffing kan teruggevorderd worden.

Vanaf inkomstenjaar 2019 zal de vrij te stellen schijf € 800 euro bedragen.

Roerende voorheffing

Indien een dividend uitgekeerd wordt, wordt er in principe 30 % roerende voorheffing ingehouden.  Sedert januari 2017 is 30 % immers het standaardtarief van de roerende voorheffing.  Dit tarief is van toepassing op alle dividenden waarvoor er geen ander tarief mogelijk is.

De afwijkende tarieven van 17 %, 20 % of 5 % zijn van toepassing op dividenden die voortkomen van een liquidatiereserve. Op de uitkering van liquidatiereserves na een periode van vijf jaar moet nog slechts 5 % roerende voorheffing betaald worden.

Voor dividenden van aandelen die uitgegeven zijn in ruil voor een inbreng in geld sedert 01.07.2013 (VVPR-bis) is er een roerende voorheffing mogelijk van slechts 20 % of 15 %.

Vrijstelling

De nieuwe maatregel (Programmawet 25.12.2017, BS 29.12.2017) voorziet in een vrijstellingskorf van € 640 (Inkomstenjaar 2018) voor dividenden toegekend sedert 1 januari 2018.  De vrijstelling geldt voor alle dividenden van aandelen, ongeacht of het om inkomsten van binnen- of buitenlandse oorsprong gaat. Alle dividenden komen in aanmerking, met uitzondering van dividenden van fondsen (sicav, bevek, enz.) of dividenden toegekend door juridische constructies onderworpen aan de kaaimantaks.

De belastingplichtige beslist zelf voor welke dividenden de vrijstelling wordt toegepast.

Zoals hiervoor reeds vermeld, wordt de vrijstelling niet toegepast in de roerende voorheffing maar moet  deze aangevraagd worden via de aangifte in de personenbelasting of de belasting niet-inwoners. De roerende voorheffing die op de vrijgestelde schijf ingehouden werd, zal verrekend worden met de verschuldigde personenbelasting en desgevallend terugbetaald worden.

De vrijstelling geldt per belastingplichtige. De grens wordt aldus per aandeelhouder bekeken wanneer u samen met uw partner aandelen bezit.

Interesten die geherkwalificeerd worden in dividenden, komen niet in aanmerking voor de vrijstellingsregeling.

De belastingplichtige moet zijn vraag tot verrekening of terugbetaling van de roerende voorheffing kunnen staven met bewijzen (ter beschikking houden van de Belastingadministratie). De praktische uitwerking moet nog bepaald worden bij KB.

Tips

Vraag de vrijstelling voor de dividenden met het hoogste tarief aan roerende voorheffing.

Indien u geen dividenden ontvangt uit privé beleggingen kan u van deze belastingvrijstelling eventueel gebruik maken door een dividend toe te kennen op de eerstkomende algemene vergadering van uw vennootschap.