Zomerakkoord 2017

Een selectie van de fiscale gevolgen van het zomerakkoord

U heeft vast en zeker al heel wat zien verschijnen over het zomerakkoord, betreffende de hervorming van de vennootschapsbelasting, dat de federale regering op 26 juli heeft bereikt. Deze hervorming bevat een aantal aanpassingen in de vennootschapsbelasting en zal in twee fasen gebeuren. Een eerste reeks aanpassingen komt er vanaf volgend jaar. De tweede reeks volgt in 2020. Het uiteindelijke doel is België aantrekkelijker maken voor buitenlandse investeerders.

De maatregelen die de federale regering heeft genomen, maken deel uit van een politiek akkoord. Er zijn nog geen wetteksten beschikbaar maar daar wordt werk van gemaakt.

Omdat België vooral uit KMO’s bestaat zullen vooral zij een fiscale stimulans krijgen. Wij geven alvast een selectie van de belangrijkste beslissingen die werden genomen.

 
Lagere vennootschapsbelasting

Er komt eindelijk een verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting. Dit was nodig om België beter aan te sluiten bij de tarieven die onze buurlanden hanteren.

Het basistarief daalt van 33 % naar 29 % in 2018 en naar 25 % in 2020. KMO’s kennen nog een lager tarief. Zij genieten een tarief van 20 % op de eerste schijf van € 100 000 aan belastbare winst. Daarbovenop verdwijnt geleidelijk de crisisbijdrage. In 2018 zal deze nog 1,5 % in plaats van 3 % bedragen om vanaf 2020 volledig afgeschaft te worden.

KMO’s zijn ondernemingen die voor het laatste en voorlaatste afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:

  • Jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50
  • Jaaromzet (excl. btw): € 9 000 000
  • Balanstotaal: € 4 500 000

Om van het verlaagd tarief te kunnen genieten, moeten KMO’s aan minstens één bedrijfsleider – natuurlijke persoon een bezoldiging uitkeren van ten minste € 45 000 per jaar of een bedrag dat ten minste gelijk is aan het belastbaar resultaat. Dit bedrag was tot nu toe € 36 000. Deze verplichting is niet van toepassing op ondernemingen die minder dan vier jaar geleden werden opgericht.

De 13 % dividendregel verdwijnt, d.w.z. dat kleine vennootschappen het verlaagd tarief niet zullen verliezen wanneer ze meer dan 13 % van het gestort kapitaal aan dividenden uitkeren.

Minimumbelasting

De regering heeft beslist om de lagere tarieven te compenseren door een minimumbelasting in te voeren voor ondernemingen die een winst hebben die hoger is dan € 1 miljoen.

Dit gaat gepaard met de begrenzing van de aftrek van bepaalde fiscale aftrekposten (bv. overdragen verliezen, notionele intrestaftrek…). Deze zullen maar tot de eerste schijf van € 1 miljoen volledig in aftrek kunnen gebracht worden. Het gedeelte boven de € 1 miljoen kan men voor 70 % in aftrek nemen.

Verhoging investeringsaftrek

Voor nieuwe investeringen gedaan vanaf 1 januari 2018 wordt de eenmalige investeringsaftrek van 8 % tijdelijk (voor 2 jaar) verhoogd naar 20 %.  Men wil hiermee de bedrijven en zelfstandigen stimuleren om te investeren.

Notionele intrestaftrek

Over de aftrek voor risicokapitaal of notionele intrestaftrek is de afgelopen maanden veel verschenen. Het is dan ook opvallend dat deze niet verdwijnt. Aan de berekeningsbasis is wel wat gesleuteld. Deze wordt beperkt tot het gewogen gemiddelde van de aangroei van het risicokapitaal van de laatste vijf jaar.

Voorafbetalingen

Het niet (tijdig) voorafbetalen door vennootschappen wordt duurder: De basisrente voor het bepalen van het percentage van de belastingvermeerdering verhoogt van 1 % naar 3 %.